Istanbul won dit jaar de Travellers Award van TripAdvisor. De stad is gebouwd op 7 heuvels, net als Rome. Het is een van de grootste steden ter wereld, met 14 miljoen inwoners. Tel daar jaarlijks nog eens 10 miljoen toeristen bij en het verbaast niet dat je van luchthaven naar hotel bumper aan bumper rijdt. Alleen Moskou scoort nog slechter op de filebarometer, volgens TomTom. Reken anderhalf uur over dertig kilometer van de dichtsbijzijnde luchthaven naar de binnenstad.
Turken houden van kitsch. We kiezen ons hotel op basis van het blingbling-gehalte en we scoren hoog op de fluoschaal. Flikkerende discolampjes begroeten ons aan de glazen inkomdeur. Chromen meubelen, nepgouden randjes, ionische kolommen, plastieken kandelaars: you name it. Plastic bloemstukken versieren een bizar tussenverdiep, dat ontoegankelijk achter glas ligt te schitteren. Ons bed heeft een neplederen hoofdsteun met gouden noppen. Alsof dat nog niet genoeg is, heten onze beide receptionisten Murrat.
Bijna iedereen heeft familie in België, of woonde er zelf. Ava bedient ons in de Kruidenbazaar in vlekkeloos Nederlands. Ze was vorige week nog in Poppel bij Turnhout, voor het huwelijk van haar zus. De conciërge van de Sehzade Moskee verbleef een tijdje Luik en de familie van de tapijtverkoper woont er nog steeds. Hun Frans is beter dan het onze.
Istanbullu’s houden van hun straatkatten. De honderden straatkatten zijn weldoorvoed en overal staan etensbakjes met restjes kebab of fruit. Een kat die een luxehotel binnenloopt, wordt op galante wijze buitengedragen met een handjevol kattebrokjes eraan toe.
Wij aten börek, döner kebab, sücuk en ander eten met trema’s. Wijn is duur, we betalen 10 euro per glas. Straatverkopers leuren met maïskolven, granaatappelsap, gepofte kastanjes en simit (droge bagels met sesamzaad). Er valt in de kruidenbazaar niet aan Turkish Delight te ontsnappen.
Bedelen is verboden in Istanbul. Op wat brutale Romakinderen met roodgeverfd hennahaar na, zie je het niet. Behalve dan dat ene gezin aan de Galatabrug: grootvader, grootmoeder en twee kleine kinderen. De kinderen slapen in haar armen. De man ruilt een pakje zakdoeken voor wat munstukken, officieel bedelt hij niet.
Ze zien er verslagen uit, vluchtelingen uit Syrië, geen druggebruikers of zigeuners die kiezen voor een leven op straat. Het kost weinig moeite om je voor te stellen hoe dit gezin nog niet zo lang geleden in een normaal burgerhuis woonde en normale burgerdingen deed. Nu leven ze onder de brug.
Buurtbewoners schilderden de 150 trappen in Beyoğlu in alle kleuren van de regenboog. Dat deden ze uit protest met het regime van premier Erdogan. Arbeiders van de gemeente haalden de verf weg, maar de buurt schilderde de trappen opnieuw. Inmiddels is de verf afgesleten.